Oefenstof voor het verbeteren van coaching en kijkgedrag

#1 | Anticiperen op de situatie

Organisatie

1. Drie spelers die achter elkaar staan
2. Alleen een bal bij speler 1
3. Trainer staat achter het drietal (Waarom? Dat wordt zo duidelijk)

Variant 1

• Speler 2 kijkt naar welke kant speler 3 toe beweegt
• Vervolgens beweegt speler 2 de andere kant op

Hoe ziet dat eruit?

• Als speler 3 naar links toe beweegt, beweegt speler 2 naar rechts

• Als speler 3 naar links toe beweegt, beweegt speler 2 naar rechts

Variant 2

• Op het moment dat speler 1 de bal speelt, houdt de trainer een kleur hesje in de lucht.
• De kleur van het hesje heeft een betekenis (in dit geval: draaien of kaatsen)
• Dit wordt gecoacht door speler 1, aan speler 2.

Blauw hesje is draaien

Rood hesje is kaatsen

#2 | Partijspel met verschillende doelen

Organisatie

• Veld met 4 kleine doelen met elk een hesje aan het doel (verschillende kleuren)
• 4 spelers van rood, 4 spelers van blauw
• Trainer aan de kant van het veld met 4 verschillende kleuren hesjes

Oefening

• 4 tegen 4 positiespel
• Trainer kan ervoor kiezen om een hesje in de lucht te steken (niets zeggen)
• De kleur van het hesje correspondeert met de kleur van het doel waarin gescoord moet worden
• Kleur kan tussentijds worden aangepast
• Ook kan de trainer ervoor kiezen om de hand weer naar beneden te houden, waardoor er op balbezit gespeeld moet worden!